
De Familie Van der Heijden in de Oorlogsjaren
Neergeschoten door de Duitsers in de laatste dagen van de oorlog.
Na het beƫindigen van de oorlog hebben onderduikers de pastoor verzocht om een eenvoudig monument op te richten op het graf van Fons van der Heijden ter nagedachtenis en huldeblijk aan hem. De pastoor was echter van mening dat er geen uitzondering gemaakt kon worden op het kerkhof en ieder eenzelfde kruis kreeg toebedeeld. Nadat dit verzoek ook bij Monseigneur Mutsaerts werd afgekeurd, ontstond het idee voor een gedachteniskapel op de plaats van de fussilade.
Zo ontstond het plan voor een gedachteniskapel op de plek van de executie. De grond werd geschonken door Toon Goossens, en Piet van de Borne uit Reusel bouwde de kapel geheel kosteloos. Het Mariabeeld, gemaakt door een kunstenaar uit Breda, werd bekostigd door onderduikers, Tilburgse textielfabrikanten en de inwoners van Netersel.
Marie Vissers, die tegenover de kapel woonde, verzorgde deze met toewijding gedurende 35 jaar. Bij de onthulling in 1948 werd de Zandstraat omgedoopt tot de Fons van der Heijdenstraat, als blijvend eerbetoon aan zijn daden.
Na het overlijden van Jan, de oudste zoon, is het kapelletje in 1992 symbolisch overgedragen aan de gemeente Bladel. Bij deze ceremonie was de Engelse piloot aanwezig, stuurden de Franse soldaten een grote bos bloemen en waren ook een aantal van de Nederlandse onderduikers, met wie altijd contact is blijven bestaan, met hun familie aanwezig.
Fons van der Heijden zijn graf bevindt zich op het kerkhof van Netersel als een van de oorlogsgraven van Nederland.
Neergeschoten door de Duitsers in de laatste dagen van de oorlog.
Het schriftje van Jans Castelijns beschrijft de laatste dagen ten tijde van de bevrijding van Netersel.
Tijdens WOII verbleven in de boerderij van Fons en Mina van der Heijden onderduikers
Neergeschoten door de Duitsers in de laatste dagen van de oorlog.
De kapel ter nagedachtenis aan Fons van der Heijden staat op de plek van zijn fusillade.