
Nicolaas en Kees van de Ven
Op 24 september 1944 zijn vader en zoon van de Ven omgekomen door respectievelijk een kogel en een granaatscherf
Jo Hooijen (links)
14-11-1922 +22-09-1944
Maria Hooijen (rechts)
14-11-1925 +22-09-1944
“Netersel kreeg om ca. 6 uur ’s avonds een vreselijke artilleriebombardement. Het regende Britse granaten. Ze kwamen van Hoogeloon, Casteren en Bladel. Na afloop hoorden we dat twee jonge meisjes Maria en Jo Hooijen, die bij vd Zande in de schuilkelder zaten, getroffen waren. Maria was dood, Jo zwaar gewond. De schuilkelder had ’n voltreffer gekregen. Hun oudste broer en twee meisjes vd Zande, die er ook in zaten, waren ongedeerd. Jo is zaterdags nog voorzien van de laatste H.H. Sacrementen.”
Citaat uit het schriftje van Jans Castelijns uit Casteren. Juffrouw op de basisschool in Netersel ten tijde van het einde van de oorlog.
Citaat uit het boek van Ben Damen ‘De vergeten gezichten van Brabant’.
Mijn boek “De vergeten gezichten van Brabant: tussen oorlog en vrede” behandelt geheel Oost-Brabant – een groot afgebakend gebied tussen Tilburg en de Limburgse grens – met een sterke nadruk op de sociaalmaatschappelijke impact van de Tweede Wereldoorlog en focust op degenen die deze duistere periode niet hebben overleefd.
Landbouwer Ubaltus Hooijen, ook wel Baltus genoemd, bezat midden in het dorp Netersel een boerderij waarin hij tevens een café bestierde. Met zijn uit Vessem afkomstige vrouw Kee stichtte hij een gezin van in totaal acht kinderen, genaamd An, Frans, Fried, Jo, Marie, Toos, Sjef en Roza. Van allen werd verwacht dat ze thuis hielpen om zowel het café als het boerenbedrijf draaiende te houden. Jo Hooijen was tijdens de Tweede Wereldoorlog in betrekking als huishoudster in de pastorie van Hulsel. Haar twee jaar jongere zus Marie vervulde destijds een zelfde soort functie bij een familie in Esbeek.
Begin september 1944 barstte de strijd in en rondom Netersel los. In een mum van tijd veranderde de regio in een strijdtoneel en werd er een bloedige strijd uitgevochten tussen de verliezende Duitsers en de oprukkende geallieerden. Inwoners van Netersel zagen zich derhalve genoodzaakt om het dorp zo snel mogelijk te ontvluchten. Dat gold ook voor Baltus en zijn gezin, ze vertrokken naar een boerderij net buiten het dorp waar ze met zo’n 30 anderen in een schuilkelder terecht konden. Ze hadden overigens weinig keus, want het café van Baltus werd door de Duitsers geconfisqueerd. Desondanks besloten Frans, Jo en Marie om in het dorp achter te blijven om zo voor het vee te kunnen zorgen. In geval van nood konden ze terecht in de zelfgebouwde schuilkelder van een buurman.
Op vrijdag 22 september nam het oorlogsgeweld in Netersel steeds verder toe. Frans, Marie en Jo namen uit voorzorg plaats in de schuilkelder bij de overbuurman. Daarin verblijvend, werden ze opgeschrikt door een naar binnen vallende granaat en de explosie die daarop volgde. Jo en Marie bevonden zich, doordat ze als laatsten in de schuilkelder waren binnengekomen, dusdanig dicht bij de plek waar de granaat ontplofte, dat ze geen schijn van kans maakten. De rest van de inzittenden ontvluchtten halsoverkop de kelder en moesten daarbij de lichamen van de gezusters Hooijen, die voor dood werden gehouden, achterlaten. Frans haastte zich naar zijn elders verblijvende familie om hen van de situatie op de hoogte te stellen. Marie was op slag dood maar ondertussen bleek Jo de klap te hebben overleefd en kwam bij bewustzijn. Ze slaagde erin om de schuilkelder te verlaten en zich richting een waterput te begeven waar ze door roepen de aandacht wist te krijgen van een andere buurman die haar te hulp schoot. Deze waarschuwde meteen de verpleegster in het dorp, de dochter van de mulder wiens huis inmiddels was veranderd in een Duitse ziekenpost. Geprobeerd werd om de splinters uit het lichaam van Jo te verwijderen. Het ziekenhuis in Tilburg werd gecontacteerd met het dringende verzoek om een ambulance te sturen. Voor het ziekenhuispersoneel was een dergelijke redding in een strijdend gebied uiterst riskant. Daarom werd afgesproken om Jo de volgende dag met paard en platte wagen naar Lage Mierde te brengen waar ze zou worden opgehaald door de ambulance. Zover mocht het echter niet komen, want ’s ochtends bij het klaarmaken voor vertrek, overleed Jo alsnog aan haar verwondingen. Ze had de nacht doorgebracht bij een familie tegenover de schuilkelder waar de rest van haar familie zat. Ze hebben elkaar nog gezien en herkend, volgens de overlevering was ze tot het laatste moment goed aanspreekbaar.
Het verlies van twee dochters viel Baltus en Kee en hun overige kinderen zwaar. Anno 2024 liggen beide gezusters Hooijen nog altijd begraven op het kerkhof van Netersel.
Op 24 september 1944 zijn vader en zoon van de Ven omgekomen door respectievelijk een kogel en een granaatscherf
Het schriftje van Jans Castelijns beschrijft de laatste dagen ten tijde van de bevrijding van Netersel.
De kapel ter nagedachtenis aan Fons van der Heijden staat op de plek van zijn fusillade.
Tijdens WOII verbleven in de boerderij van Fons en Mina van der Heijden onderduikers
Tijdens de oorlog verbleven in het huis van Fons en Mina van der Heijden vele onderduikers
Neergeschoten door de Duitsers op 20 september 1944 in de laatste dagen van de oorlog.